Leesbegrip

Begrijpend lezen: geen vak, maar een houding!

Artikel 19 van 41

Van Gelderen en Van Schooten schreven in 2011 een publicatie als lectoren Taalverwerving en Taalontwikkeling bij het Instituut voor Lerarenopleidingen van Hogeschool Rotterdam met als titel: "Taalonderwijs; een kwestie van ontkavelen". In 2011 al spraken taalspecialisten met elkaar over de verkaveling van het taalonderwijs in Nederland. Technisch lezen, begrijpend lezen, spelling/grammatica en schrijven zijn "verkaveld" ; alsof ze niet met elkaar samenhangen en elkaar niet versterken en verstevigen. Zoals een collega van groep 3 tijdens de AVI-toets tegen een leerling die prachtig op toon leest zegt: Ja mooi, maar nu snel! We toetsen namelijk tijd en fouten bij technisch lezen en niet of je begrijpt wat je leest. En dan begrijpend lezen: we leren kinderen strategieën en gebruiken daarvoor teksten die daarvoor zijn gemaakt, ook al zijn ze actueel. Er zijn echter al diverse onderzoeken geweest die aantonen dat kennis van strategieën niet helpt om een tekst beter te begrijpen (PPON, 2007). Als we kinderen strategieën leren worden ze goed in het toepassen van deze strategieën, maar ze passen ze niet spontaan toe om een tekst te begrijpen. In het voortgezet onderwijs kennen leerlingen vaak maar 1 strategie: Net zolang herlezen tot je het snapt. Voor zwakke lezers is dat gemiddeld 4 tot 5 keer. En onze leerlingen vinden het vak begrijpend lezen niet leuk (Heesters e.a., 2007)! Maar wat dan?

Een meta-analyse van 13 studies naar interventies voor begrijpend lezen bij zwakke lezers van 12 tot 18 jaar toont aan dat effect op begrijpend lezen vooral bereikt wordt door een docent die hardopdenkend zijn eigen tekstbegrip modelt voor, tijdens en na het lezen en die leerlingen actief betrekt bij hun eigen proces in het begrijpen van een tekst (Edmonds et al., 2009).

Geen losstaande strategieën leren dus, maar oefenen met wat er toe doet. Om een tekst goed te kunnen begrijpen zijn achtergrondkennis, motivatie en denken essentieel, schreven Smits en Verkoeven in hun blog "Geletterdheid en Schoolsucces" van september 2015. Van groot belang is het om uit te gaan van de tekst en zij pleiten er voor om gedurende een bepaalde tijd aan een zelfde thema te werken en daar teksten bij te zoeken in plaats van elke week een andere tekst met een ander thema te nemen (http://geletterdheidenschoolsucces.blogspot.nl/2015/09/begrijpend-lezen-met-de-methode.html).

Laten we voor de verandering de tekst eens centraal stellen. Wij (of zelfs de leerlingen) kiezen een tekst die functioneel en betekenisvol is op dit moment voor deze groep. Als we thematisch werken zal die tekst ongetwijfeld raakvlakken hebben met het thema. Dat betekent dat de meest actuele tekst niet meteen passend is op dit moment voor deze groep. Door de tekst centraal te zetten wordt er binnen het onderwijs overigens wel een enorm aanbod geopend, want elke tekst kan passend zijn. Denk bijvoorbeeld aan het krantenartikel over de leerling die iets opvallends heeft gedaan. Denk ook aan het geboortekaartje van de baby van de juf, of aan de trouwkaart van de meester. Denk aan de menukaart van het pannenkoekenrestaurant waar groep 8 als afscheid gaat eten (meteen koppelen aan rekenvaardigheden) of aan de instructie voor het opzetten van een nieuwe kast. En als we dan een betekenisvolle, functionele, passende tekst hebben gevonden? Wat dan?

Het eerste dat we moeten vaststellen is waarom we deze tekst moeten begrijpen. Dit belangrijke onderdeel wordt in het onderwijs vaak vergeten, terwijl het onszelf en de leerlingen richting geeft in het begrijpen. Wat weet ik na het bestuderen van deze tekst? Welke belangrijke informatie wil ik eruit halen. Wat is mijn leesdoel? Bij het recept van een cake is het leesdoel duidelijk: de cake die we zelf gaan bakken, maar we gaan geen tekst lezen omdat we een bepaalde strategie moeten oefenen. De strategie is het middel, het begrijpen van de tekst is het doel. Naast het leesdoel is er ook een lesdoel, bijvoorbeeld kennismaken met verschillende soorten teksten, zoals in dit voorbeeld een recept. Het lesdoel is een middel om het leesdoel te bereiken. (Oosterlo, A. (2016). Zakelijke teksten lezen en gebruiken. Meer dan lezen. pag. 235.)

En laten we ook niet de verschillende tekstkenmerken van de verschillende teksten vergeten. Een betoog, een gedicht, een recept, een sprookje, een fictie of non-fictie tekst: ze hebben allemaal hun eigen tekstkenmerken en -structuren die ons kunnen helpen bij het doorgronden van een tekst, die ons helpen om verbanden te leggen of om de tekst in een bepaald kader te plaatsen.

We proberen vervolgens helder te krijgen wat we eigenlijk al weten over het onderwerp van de tekst. Dit moment leent zich goed voor samenwerkactiviteiten. De meest simpele is het maken van een woordweb: we kunnen vrij associëren over het onderwerp. De leerlingen die minder achtergrondkennis hebben delen mee in de uitgebreide achtergrondkennis van andere leerlingen en als blijkt dat de achtergrondkennis tekort schiet bij de hele klas kunnen we putten uit een uitgebreid aanbod aan filmpjes via internet. Een ander idee is een educatief uitstapje om de achtergrondkennis uit te breiden. Je hebt achtergrondkennis nodig om een tekst te kunnen begrijpen, maar je breidt ook je achtergrondkennis weer uit door het lezen en begrijpen van een tekst. En hoe mooi is het niet om halverwege en/ of aan het eind van de les te bekijken of we al meer kunnen aanvullen in ons woordweb. Zo zien de leerlingen letterlijk hun achtergrondkennis groeien.

Voor en tijdens het lezen van een tekst kunnen we proberen te voorspellen waar we denken dat de tekst over gaat en/of hoe we denken dat de tekst vanaf een bepaald punt verder zal gaan. En het is niet erg dat je voorspelling niet blijkt uit te komen. Je hebt wel nagedacht over de inhoud van de tekst en allerlei verbindingen gemaakt met bijvoorbeeld je achtergrondkennis. Het helpt bij bepaalde teksten ook als je een plaatje in je hoofd kunt maken van de tekst, of als je bepaalde herinneringen kunt oproepen zoals geuren (het gras in de tuin van mijn oma) of geluiden (het starten van de auto van mijn vader).

Als we de tekst helemaal hebben begrepen en gelezen kunnen we terugkijken op het hele proces. We kunnen de tekst kort samenvatten. Probeer het bijvoorbeeld eens in een tweet van maximaal 140 woorden. We kunnen bepalen of we ons leesdoel hebben bereikt. We kunnen terugkijken naar het hele proces: was dit eigenlijk wel een geschikte tekst; wat vind ik eigenlijk van deze tekst? Klopten mijn voorspellingen en waarom wel of niet? En kunnen we naar aanleiding van deze tekst iets nieuws creëren? We kunnen bijvoorbeeld zelf een recept schrijven voor een hele bijzondere cake of een eigen trouwkaart ontwerpen. De relatie met schrijven en dus ook met spelling wordt zo simpel gelegd. Verdere ontkaveling!

Als een soort rode draad door de hele les loopt het volgende: Wat doe ik als ik het niet meer snap? Welke hulp heb ik nodig om verder te kunnen? Ga ik dan een stukje teruglezen of heb ik eerst de betekenis van een bepaald woord nodig? Wie kan ik eventueel om hulp vragen? Wat is nog niet duidelijk voor mij? Welke vragen heb ik nog? En op alle momenten is er de leerkracht die hardopdenkend modelt hoe je een tekst leert te begrijpen.

En de toetsen dan? Altijd een vraag die vrijwel meteen gesteld wordt na een presentatie over het voorgaande. Gelukkig baseren de nieuwste toetsen zich op het Referentieniveau Taal  en zijn we vrij in onze keuze van toetsen. Het geeft ons de mogelijkheid om onze huidige LVS-toets eens kritisch te bekijken en nieuwe toetsen naast elkaar te leggen. In de tussentijd bereiden we onze leerlingen noodgedwongen een paar keer voor op de vraagstelling van de door ons gebruikte huidige toets en gaan we voor de toekomst de discussie aan in de teamkamer over doelen en leerlijnen. En ter geruststelling: scholen die volgens bovenstaande aanpak werken zien geen daling in hun toetsresultaten op begrijpend lezen.

Nee, we schaffen begrijpend lezen niet af, maar we beschouwen het ook niet meer als een apart vak. Je moet immers elke tekst begrijpen die je leest op elk moment, zowel binnen school als daarbuiten. En begrijpen wat je leest is zoveel meer dan een tekst lezen en er dan de vragen over beantwoorden. Begrijpen wat je leest is denken, monitoren, kritisch zijn, iets nieuws creëren: het is geen vak, het is een houding!

https://www.dyslexie-express.nl/a-40393339/workshops/begrijpen-wat-je-leest/

© 2014 - 2024 De Dyslexie-Express | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel