Dyslexievriendelijk onderwijs: 6 tips

Artikel 5 van 6

Tip 1: De start                                                                                                                              Schrijf je dagplanning of je lesplanning op het (digi)bord. In het po kan met een dagplanning gewerkt worden in de vorm van picto's en/of op een dag- en weektaakkaart. Daarnaast kan de structuur van de les worden weergegeven beginnend met: wat gaan we in deze les leren?
In het vo kan de lesplanning op het (digi)bord gezet worden bij elke nieuwe les. Hierdoor weten leerlingen wat ze te wachten staat en het geeft je bovendien zelf structuur. Leerlingen met dyslexie zien vrij snel het grote plaatje en vinden het dus ook prettig om te weten waar ze naar toe gaan met al die soms kleine opbouwstapjes in de leerstof. Bovendien is plannen en organiseren niet het sterkste punt van leerlingen met dyslexie. Door jouw dag- en/of lesplanning bied je ze de structuur die ze zelf moeilijk kunnen aanbrengen.

Tip 2: Het doel van je les
Geef aan het begin van de les aan wat de leerlingen gaan leren. Als je weet waarom je bepaalde dingen in een les moet doen of oefenen kan dat enorm helpen om betrokken en gemotiveerd te zijn en te blijven. Schrijf dit doel op een bord of digibord of zet het op de dag- en/of weektaak. Leerlingen met dyslexie vinden het prettig om te weten waar ze naar toe werken. Vaak zien ze dat zelf al eerder dan leerlingen zonder dyslexie (ze zien het grote plaatje en verliezen zich niet in details), maar de oefenstof van ons onderwijs maakt niet altijd helder dat groepjes maken van 3 een voorfase is van de tafel van 3, of dat grammaticaregels leren bij Nederlands je ook enorm kan helpen bij het leren van Engels of een andere moderne vreemde taal. Als leerkrachten en docenten werken vanuit leerlijnen en doelen hebben ze zelf dat overzicht in ieder geval ook.

Tip 3: De instructie
In de loop der tijd is ons onderwijs steeds taliger geworden. We hebben methodes met leerboeken en werkboeken. Nieuwe kennis vergaren we door een tekst te lezen of door te luisteren naar een verhaal van de leerkracht en door dit vervolgens te oefenen op papier. Dit is nu niet bepaald de sterke kant van leerlingen met dyslexie. Uit veel verhalen komt terug dat lang luisteren naar een leerkracht niet lukt. Leerlingen met dyslexie hebben vaak wel een sterke visuele kant of een goed ontwikkelde motorische kant. Geef de instructie vooral in kleine stapjes en check tussendoor of leerlingen het blijven volgen. Willen we alle leerlingen betrokken houden bij onze instructie, dan is het aan te raden om alle zintuigen van de leerlingen te activeren. Dat betekent: luisteren, kijken, voelen en doen en soms zelfs ruiken en proeven. En als het kan mooi afgewisseld. Leerlingen met dyslexie zitten vaak met taal in het groepje dat verlengde instructie krijgt, dus vooral op dat moment is het belangrijk om het boek even aan de kant te leggen en andere ingangen bij de leerling te zoeken. Dit kan bestaan uit bijvoorbeeld een instructiefilmpje of een mindmap, een liedje, een tekening, etc.. Belangrijk is om goed te observeren wat de onderwijsbehoeften van onze leerlingen met dyslexie zijn. Of eigenlijk van al onze leerlingen. Toch?

Tip 4: Herhaling van de instructie
Leerlingen met dyslexie hebben behoefte aan meer van hetzelfde en niet meer van iets anders. Dat betekent dat je dicht bij de methode of methodiek blijft als je je instructie verlengt of herhaalt en niet een methode ernaast. Leerlingen met dyslexie hebben 2,5 tot 6x meer herhaling nodig dan leerlingen zonder dyslexie (Ward, 1987) en dat is soms best frustrerend als de leerkracht of docent verwacht dat je na de instructie meteen aan de slag gaat. Leerlingen geven bij een instructie aan dat ze niet dezelfde woorden van de instructie nog een keer willen horen, maar net even op een andere manier. Anders hadden ze het meteen wel gesnapt. Hiermee geven ze zelf aan dat ze andere ingangen gebruiken om zich leerstof eigen te maken. Een docent had dit opgelost door een leerling met dyslexie te koppelen aan een klasgenoot. Als de instructie dan gegeven was legde deze leerling het in zijn eigen woorden nog een keer uit aan de klasgenoot met dyslexie. Op deze manier profiteerden ze er allebei van. En heel simpel: vraag de leerling wat hij/zij zelf denkt nodig te hebben. Ze kunnen het vaak heel goed zelf vertellen.

Tip 5: Verwerking van de instructie
Nadat de instructie is gegeven en in het meest gunstige geval al tijdens de instructie, willen docenten en leerkrachten nagaan of de instructie is aangekomen en of het toegepast kan worden. Hiervoor gaan de leerlingen de leerstof verwerken. De verwerking bestaat in de meeste gevallen uit een werkblad met opdrachten of een bij de methode horend werkboek. Gelukkig komen we in de nieuwste methodes tegenwoordig ook andere verwerkingsopdrachten tegen, hoewel ze vaak aan het eind van de bladzijde staan of als plusopdracht worden aangeboden. Hierdoor zijn het de snelle leerlingen die aan deze opdrachten toekomen. Voor leerlingen met dyslexie is een talige verwerking een soort straf. Je hebt eerst een hele tijd moeten luisteren naar je docent of leerkracht en daarna moet je lezen en schriftelijk formuleren. Allemaal vaardigheden die van leerlingen met dyslexie erg veel energie en concentratie vragen. Maar wat dan? Afhankelijk van het vak:
- Verwerk de leerstof in coöperatieve werkvormen (https://wij-leren.nl/cooperatieve-werkvormen-artikel.php) waarbij met elkaar moet worden overlegd in een klein groepje. Schrijftaken worden gedaan door een leerling die dat vlot en goed kan.
- Geef een opdracht waarbij leerlingen een tekening moeten maken waarin de hoofdzaken van de instructie voorkomen.
- Laat de instructie verwerken in een mindmap of in een simpelere grafische vorm: een woordweb (en dit kan ook bij techniek of wiskunde).
- Laat leerlingen alleen, in tweetallen of in een kleine groep een visuele presentatie voorbereiden (Prezi, Ppt, filmpje, fotocollage) van de instructie.
- Laat leerlingen een rap of lied schrijven over de te verwerken stof (mooi verhaal van Ali B.)
- Zet hogere denkvaardigheden in (http://hogeredenkvaardigheden.slo.nl/) of T4L werkvormen (https://www.youtube.com/watch?v=w69RcMiLb8Y)
- Verdeel bovenstaande werkvormen over groepjes die allemaal aan de slag gaan met dezelfde leerstof. Laat ze aan elkaar presenteren.
- Geef de talige leerlingen de kans om een verslag te schrijven of nog beter een betoog. Geef ze de regels die hierbij van toepassing zijn. Volgens mij verwerken we op deze manier de leerstof zo dat onze leerlingen het nooit meer vergeten, wat voor verwerkingsstijlen ze dan ook mogen hebben. En is dat niet wat we uiteindelijk willen bereiken?

Tip 6: de afsluiting/ formatief evalueren
Evalueren is een belangrijk onderdeel van de les dat helaas vaak wordt overgeslagen door te weinig tijd. We weten echter dat een goede evaluatie die in beeld brengt wat de kinderen nu eigenlijk geleerd hebben zorgt voor hogere lesopbrengsten (o.a. Heitink e.a., 2016, https://wij-leren.nl/effecten-formatief-evalueren-leerlinge… ).
Net als bij het verwerken van de instructie is het aan te raden op verschillende manieren te evalueren en meteen aan het eind van de les:
- kinderen beoordelen elkaar/ hun werk met bijvoorbeeld het geven van tips en tops
- zet coöperatieve werkvormen in die niet veel tijd vragen en toch effectief zijn, zoals denken-delen-uitwisselen.
- beoordeel niet alleen op product maar ook op proces: was je een goede partner? hoe ben je tot het resultaat gekomen? wat of wie heb je een volgend keer nodig om beter te kunnen presteren?
Maak gebruik van feedup, feedback en feedforward voor het meeste effect.
Veel leerlingen met dyslexie werken erg hard, maar dat zie je vaak niet terug in het "talige" product. Het leerproces is echter vaak erg intensief en effectief geweest. Het zou fijn zijn als daar ook aandacht aan wordt geschonken. Bovendien geeft de bovenstaande manier van evalueren leerlingen met dyslexie weer inzicht in hoe deze ene les in het grote plaatje past.
Veel leerplezier!

© 2014 - 2024 De Dyslexie-Express | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel